Dit verhaal wordt vertaald met behulp van technologie.
Deze tekst is in het Nederlands vertaald uit de oorspronkelijke taal English.
Een paviljoen verwijst vaak naar een open ruimte die mensen uitnodigt om er tijd door te brengen. Het kan een tijdelijke of permanente constructie zijn en omdat het een flexibel concept is, kan het zelfs van vorm en functie veranderen. Dit type ruimte kan worden gebruikt als schuilplaats, ontmoetingsplaats, verzamelplaats, theater of voor specifieke doeleinden, zoals lezingen, evenementen, tentoonstellingen, sport of werk. Zo wordt op de Biënnale van Venetië, en met name in het nationale paviljoen, elk land gepresenteerd en elk land heeft te maken met bepaalde ruimtelijke problematische concepten.
In 1959 kregen drie verschillende teams uit Noorwegen, Zweden en Finland de eer om het Scandinavische paviljoen van de Biënnale van Venetië te mogen ontwerpen. Het Noorse team won met het voorstel van Sverre Fehn en de voorgestelde oplossing werd beschreven als een "verbluffende eenvoud, zonder al te veel architecturale ondertoon". Deze "Pritzker Prize laureaat" uit 1997 was een leider in Scandinavische architectuur na de Tweede Wereldoorlog. Zijn grootste prestatie, na dit paviljoen, was het Hedmark Museum in Hamar, Noorwegen.
Geplaatst in Giardini della Biennale, is het Noordse paviljoen gericht op de presentatie van het karakteristieke Noordse licht in "Venetiaanse omstandigheden". Dit is wat dit object fascineert in dit object. Fehn besloot veel van de ruimte vrij te laten en verwijderde twee van de vier buitenmuren. Het plafond is gemaakt van stijlvolle gelamineerde balken, gelakt tot een hoogglans (als een metafoor van zonlicht dat reflecteert op de sneeuw). Het dak is open en de herhaling van de balken wordt "gebroken door openingen", waardoor de bomen het gebouw kunnen verlaten. Dit is een ander Scandinavisch concept; in nauwe relatie met de natuur.
Fehn gebruikte zowel origineel als lokaal materiaal; beton gecombineerd met wit cement, wit zand en wit Italiaans marmer. Zo creëerde hij een licht van hoge intensiteit, rust en homogeniteit. Nadat hij naar Marokko was gereisd, kon hij een onderscheid maken en het kenmerkende "Noordse licht" prijzen. Om dit effect in zijn paviljoen te bereiken, plaatste hij twee lagen betonnen brugzolen, zeer precies ontworpen, om een twee meter diepe zak te vormen die het mooie warme Venetiaanse licht zou transformeren in een homogene belichting. Zo bereikte hij een schaduwloze ruimte en bracht hij een Noordse sfeer onder de mediterrane hemel.
Volgens één definitie is "een architect een beeldhouwer van het licht"; in dit geval kwam Sverre Fehn er het dichtst bij.
Wil je hier een reis plannen? Praat met AI-reisassistent Maya.
Interessante steden gerelateerd aan dit verhaal
De schrijver
Zlata Golaboska
Plan een reis met Maya - uw AI-reisassistent